Varia
’n Kring um de maon zal nog wel gaon, maor ’n kring um de zun brengt water in de tun
Drenthe
As’t regent op Pisgriet, dreugt ’t zes weken niet
Drenthe
Blaffers bint gien bieters
Drenthe
Een olde hond leer ie geen blaffen meer
Drenthe
De Draum is ’n Droog, dat was he gistern en okk vandäge nog
Niedergrafschaft Bentheim
Geet een Schaop öwwer de Brügge, dann komt de andern nao
Bocholt
Wat ne Buur nich kennt, dat frett he nich
Niedergrafschaft Bentheim
Wat andere löö kokkt smaakt altied better
Haaksbergen
Den Brij wödd nich so heet gääten, as he kockt (upscheppt) wödd
West Münsterland
|
’n Kring um de maon zal nog wel gaon, maor ’n kring um de zun brengt water in de tun
Een kring om de maan gaat nog wel, maar een kring om de zon brengt water in de ton.
Als gevolg van lichtbreking in de hoge sluierwolken ziet men regelmatig een kring om de zon of de maan. Volgens het volksgeloof wijst dit optische verschijnsel op naderende regen. Dat klopt, want zo’n kring om de zon of maan wijst op vocht in de hogere luchtlagen. Vocht in deze hoge bewolking bestaat uit ijskristalletjes. Deze bewolking kondigt inderdaad vaak een depressie aan.
Het regengebied ervan kan heel goed juist langs in plaats van over ons trekken, maar gemiddeld in zeven van de tien gevallen, mag als er een duidelijke kring om maan of zon is waar te nemen, in de komende 24 uur enige regen worden verwacht.
Een kring om de zon is eerder een voorteken van slecht weer dan een kring om de maan.
Dit spreekwoord is waar.
|
|
As’t regent op Pisgriet, dreugt ’t zes weken niet
Als ’t regent met Sint Margriet (20 juli) dan blijft het zes weken lang regenen.
Volgens deze weerspeuk is 20 juli bepalend voor he verloop van de zomer. De tijd van de Hondsdagen (19 juli - 18 augustus) is een zomerperiode waarin het weer vaak erg warm, broeierig, regen en onweerachtig kan zijn.
Deze weerspreuk heeft betrekking op een ongunstige periode van enkele weken met regenachtig weer in de zomer. Dit is wel te verklaren. Wanneer een zomer niet al te sterk in de schoenen staat, met andere woorden niet gedomineerd wordt door hogedrukgebieden met een stabiele atmosfeer, dan krijg je in deze tijd van de zomer, bij een omslag van het weer, een Europees moessoneffect. De warme lucht wordt boven het vasteland verdreven. De hogedrukgebieden kiezen positie boven de Azoren en Ierland en een koele westelijke stroming van de oceaan zorgt dikwijls enkele weken voor regenachtig weer. Op dit punt zit er dus een kern van waarheid in deze weerspreuk. Over de lengte als ook over het begin van zo’n minder gunstige periode is echter niets te zeggen.
Deze weerspreuk is gedeeltelijk waar.
|
|
Blaffers bint gien bieters
Blaffende honden bijten niet.
Een hond kan om verschillende redenen blaffen. Al naargelang de klank kan een hond blaffen van vreugde, uit angst of verdriet en natuurlijk omdat hij boos is. Vooral als een hond zijn territorium verdedigt is het oppassen geblazen.
Staan daarbij ook nog eens zijn staart en nekharen overeind en laat hij zijn tanden zien, dan kun je je maar beter uit de voeten maken.
Deze zegswijze is gedeeltelijk waar.
|
|
Een olde hond leer ie geen blaffen meer
Oude mensen kun je nauwelijks nog nieuwe dingen leren.
Het is een mythe dat ouderen minder goed leren. Als je ouder wordt verandert alleen de manier waarop je het beste leert. Het vermogen tot abstract denken en vooral de snelheid van de denkprocessen nemen bij het ouder worden geleidelijk af. Het leren dat afhankelijk is van ervaring neemt echter juist toe. Abstract leren zoals op het VWO en op de Universiteit werkt niet meer zo goed.
Op latere leeftijd kun je beter toegepaste kennis tot je nemen. Ouderen kunnen beter leren over domeinen, die aansluiten bij eerdere ervaringen. Dat wordt veldafhankelijk leren genoemd. Deze vorm van leren is praktisch en minder abstract. Zo hebben ouderen van nu minder kennis en handigheid in ICT.
Dat heeft niets te maken met leeftijd, maar met het feit dat er geen computers in hun jeugdjaren waren. Het cognitief vermogen van volwassenen wordt bepaald door hun culturele en historische context.
Dit spreekwoord is niet waar.
|
|
De Draum is ’n Droog, dat was he gistern en okk vandäge nog
Dromen zijn bedrog.
Tegenwoordig erkennen droomonderzoekers dat een droom belangrijke boodschappen uit het onderbewuste kan bevatten, maar leggen zij de nadruk op het individuele aspect van dromen. Niemand kan een droom beter uitleggen dan de dromer zelf.
Het is onmogelijk om zomaar te weten wat een bepaald symbool in een droom betekent. Iedereen heeft namelijk weer andere associaties. Neem bijvoorbeeld water. De een houdt van water en vind zwemmen heerlijk. Een ander houdt niet zo van water, terwijl een derde bijna ooit is verdronken. Stel dat zij alle drie dromen dat zij in zee staan.
Dan betekent dat voor iedereen wat anders. Daarom is het onzin om uit te gaan van een voor iedereen geldende symboliek. De waarde van droomsymboolboeken is dan ook zeer beperkt. Het heeft meer zin om te kijken wat dromen voor ons kunnen betekenen, dan om te kijken wat bepaalde droomsymbolen zouden kunnen betekenen.
Dromen zijn dus geen bedrog, maar je moet ze wel op de juiste manier weten te interpreteren.
Dit spreekwoord is gedeeltelijk waar.
|
|
Geet een Schaop öwwer de Brügge, dann komt de andern nao
Gaat één schaap over de brug dan volgen de anderen ook.
Volgens dit spreekwoord zal de rest vanzelf volgen als één persoon iets nieuws heeft gedaan. Met andere woorden, zijn wij slechts schapen die de kudde volgen, of nemen wij onze eigen beslissingen?
In de marketingwetenschap wordt veel onderzoek gedaan naar kuddegedrag. Uit dit onderzoek blijkt dat het heel moeilijk is om kuddegedrag op gang te krijgen.
Eén schaap, één kopende consument of één stemmer is in de praktijk niet genoeg.
Volgens de marketingdeskundige Hans Risselada in het boek Achterhaalde waarheid zijn mensen weliswaar erg gevoelig voor wat anderen om ons heen doen (kuddegedrag), maar heb je ongeveer een kwart van de mensen nodig om het gedrag van de hele groep te veranderen. Dit noemen wij de kritische massa.
In de praktijk is één schaap niet genoeg om de hele kudde van koers te doen veranderen. Om de kudde in zijn geheel van zijn plaats te krijgen moet minimaal een kwart ervan over de brug of dam.
Dit spreekwoord is gedeeltelijk waar.
|
|
Wat ne Buur nich kennt, dat frett he nich
Wat de boer niet kent dat eet hij niet.
Dit spreekwoord wordt gebruikt om wantrouwen, of zelfs verzet tegen het nieuwe, het onbekende te karakteriseren. Daarbij kan het letterlijk gaan om onbekend voedsel, maar ook om nieuwe technologie, ideeën, activiteiten of mensen.
Een zekere dosis angst voor het onbekende is gezond en logisch - zeker als het gaat om voedsel. Het is niet verstandig om maar alles in je mond te proppen wat je tegenkomt. Stel je voor dat je gestrand bent in de wildernis, op sterven na dood en je laatste redding is een stuk fruit dat je in een boom ziet hangen. Als het fruit niet giftig is, kun je het waarschijnlijk eten. Maar als het fruit wel giftig is, kan één hapje al je dood betekenen. Die wetenschap heeft ervoor gezorgd dat mensen, uit lijfsbehoud huiverig zijn voor nieuwe voedselbronnen.
Kortom, een gebrek aan kennis over het nieuwe lijkt inderdaad tot scepsis te leiden.
Dit spreekwoord is gedeeltelijk waar.
|
|
Wat andere löö kokkt smaakt altied better
In andermans schotels is het altijd vetter oftewel het gras bij de buren is altijd groener.
Dit spreekwoord gaat over het gevoel dat anderen het altijd beter voor elkaar lijken te hebben dan jijzelf. Anderen lijken minder problemen dan jij te hebben en hun situatie lijkt vaak rooskleuriger dan je eigen situatie. Het spreekwoord wijst op een onderschatting van je eigen situatie, van wat je hebt en een overschatting van hoe goed het met anderen gaat.
Mensen hebben de neiging om andermans geluk te overschatten. De situatie bij anderen lijkt gauw rooskleuriger dan deze in werkelijkheid is, omdat we elkaar allemaal een beperkte en vaak opgepoetste afspiegeling van een weerbarstiger werkelijkheid bieden. Het is dus niet nodig je auto of je partner in te wisselen voor een beter exemplaar, want waarschijnlijk kijkt de buurman of buurvrouw met evenveel jaloezie naar jou.
Dit spreekwoord is niet waar.
|
|
Den Brij wödd nich so heet gääten, as he kockt (upscheppt) wödd
De soep wordt niet zo heet gegeten als ze wordt opgediend.
Het gaat bij dit spreekwoord om de schadelijke gevolgen van een maatregel of gebeurtenis. Zijn die in de praktijk inderdaad minder streng dan aanvankelijk aangekondigd? Zoals wel vaker is het antwoord genuanceerd: soms is een dreigement wel gelogen, en soms niet.
Als je door rood licht fietst en een agent ziet dit, dan krijg je geheid een boete.
Bij andere dreigementen is het maar de vraag of die echt worden uitgevoerd: bijvoorbeeld als je moeder zegt dat je er niet meer in komt als je softdrugs gebruikt.
Bluffen en liegen gebeurt volgens Sjouke Anne Kingma van de Universiteit Groningen op grote schaal, zowel bij mensen als bij dieren. Hoewel evolutie voor eerlijkheid selecteert, zullen veel gerechten in de praktijk voor het serveren nogal afgekoeld zijn, want er zijn overal bluffers. En het is nog niet zo gemakkelijk om te onderscheiden wat bluf is en wat niet.. Je ziet aan de soep ook niet of die heet of lauw is.
Dit spreekwoord is gedeeltelijk waar.
|
|
|